Doel van de hielprik
De hielprik is een screeningsmethode, waarbij bloed van de pasgeborene doormiddel van een prikje in de hiel onderzocht wordt op verschillende aandoeningen. Het betreft zeldzame, maar ernstige aandoeningen, die vaak erfelijk zijn. De gevolgen van deze aandoeningen kunnen door vroegtijdige opsporing voorkomen worden of beperkt blijven, door bijvoorbeeld het volgen van een diëet of innemen van medicatie.
Per 1 januari 2007 is het aantal aandoeningen waarop getest wordt uitgebreid van drie naar zeventien. Hieronder zijn veertien stofwisselingsziekten, een bijnieraandoening, een schildklieraandoening en een bloedziekte (sikkelcelziekte). Voor een volledig overzicht van de onderzochte aandoeningen, kun je kijken op www.rivm.nl/hielprik.
Dragerschap
Een aparte plaats in de screening wordt ingenomen door de bloedaandoening sikkelcelziekte. Dit is een aandoening waarbij dragerschap bestaat; dit wil zeggen dat wanneer de pasgeborene drager blijkt te zijn, automatisch (een van) de biologische ouders ook drager is. Wanneer blijkt dat de pasgeborene drager is, kan dat dus gevolgen hebben voor een eventuele volgende kinderwens.
Dragerschap van sikkelcelziekte kan leiden tot levenslange anemie (bloedarmoede door ijzergebrek). Volledige uiting van de sikkelcelziekte (wanneer beide ouders drager zijn) kan zelfs veroorzaken dat kinderen na de geboorte niet levensvatbaar zijn. Mocht er bij jouw kind sprake zijn van dragerschap, dan kun je bij je huisarts terecht voor verdere voorlichting en onderzoek.
Je kunt als ouder bij de uitvoer van de hielprik kiezen of je deze dragerschapsinformatie wilt ontvangen, dit wordt dan aangetekend op de hielprikkaart. Als je deze informatie niet wilt, wordt er niet op getest.
Voorlichting
Tijdens het contact met de verloskundige geven wij jullie de voorlichting over de hielprik en je ruimte geven voor het stellen van vragen. Zodoende heb je de tijd om een en ander te overwegen en beslissingen te maken ten aanzien van de screening.
Uitslag
De ouders krijgen geen bericht als er geen afwijkingen in het bloed gevonden worden. Wanneer er wel aanwijzingen voor een aandoening zijn, horen de ouders dit binnen drie weken.
Hoewel de testmethoden van de hielprik goed zijn, is de screening niet 100% betrouwbaar. Het kan bijvoorbeeld zijn dat er een positieve uitslag volgt, terwijl er bij verder onderzoek geen sprake van een aandoening blijkt te zijn. Om deze reden wordt een positieve uitslag altijd gecontroleerd door vervolgonderzoek. Het omgekeerde (een negatieve, dus ‘gezonde’ uitslag krijgen, terwijl er later wel sprake blijkt van een aandoening) komt echter ook wel eens voor.
Organisatie
De organisatie rondom de hielprik verloopt vrijwel automatisch; nadat jullie aangifte hebben gedaan van de geboorte van jullie kind, wordt de entadministratie door de gemeente ingelicht.
De hielprik wordt (meestal in combinatie met de gehoortest) tussen de vijfde en achtste dag na de geboorte afgenomen. In de meeste gevallen wordt de hielprik door een medewerker van het consultatiebureau/ thuiszorg verricht.
De hielprik wordt alleen met jullie toestemming afgenomen. De ouders kunnen daarnaast bepalen of zij instemmen met het anoniem gebruik van het afgenomen bloed voor wetenschappelijk onderzoek. Aan het onderzoek zijn voor de ouders geen kosten verbonden.
Gehoortest
Je baby krijgt een klein zacht dopje in het oor met daarin een klein microfoontje en een speaker. Via het dopje worden klikgeluidjes aangeboden. Een gezond oor reageert bij het verwerken van het geluid door zelf ook een geluidje te produceren. Dit wordt opgevangen door het microfoontje in het dopje. Als er een goede reactie wordt gemeten, is de functie van het binnenoor in orde. Beide oren worden apart getest. In principe merkt je baby weinig van de test en slaapt over het algemeen gewoon door. Meestal is de test binnen enkele minuten klaar en de uitslag krijg je direct.
Kijk hier voor meer informatie over de gehoortest en hier een filmpje over de gehoortest.
Folder van de hielprik download hier stripverhaal over de hielprik kijk hier