Hoe werkt het?

De eerste dagen na de bevalling

Na de geboorte van de placenta maakt je lichaam automatisch hormonen aan die de melkproductie op gang zullen brengen. Dit zorgt tussen de 2e en 4e dag voor het op gang komen van de melkproductie. De colostrum (eerste voeding) is direct aanwezig, maar in kleine hoeveelheden. Door de hoge concentratie voedingsstoffen en antistoffen heeft je kindje hier genoeg aan. Als de borstvoeding op gang is gekomen gaat de colostrum over in normale borstvoeding. De eerste dagen na de bevalling wordt de melkproductie dus met name aangestuurd door hormonen, terwijl dit in een later stadium wordt aangestuurd door je kind. In de eerste dagen frequent aanleggen stimuleert een snellere stijging van de melkproductie. Ook zul je hierdoor meer melk produceren. Vrouwen die hun 2e of meerdere kind krijgen, hebben een hogere en snellere melkproductie.

Als de melkproductie op gang is

Als de borstvoeding eenmaal op gang is werkt dit als een vraag en aanbod systeem. Doordat je kindje aan de borst drinkt, komen hormonen vrij die de melkproductie en melkafgifte stimuleren. De meer een moeder borstvoeding geeft de meer melk de borst aanmaakt. Hoe leger de borst gedronken wordt, hoe sneller je lichaam een signaal krijgt om de melkproductie weer aan te maken. Kortom, de behoefte van je kindje bepaald de melkproductie. Als de spanning van je borsten afneemt betekend dit niet dat je te weinig voeding hebt. Het kan zijn dat het vraag en aanbod systeem op elkaar is afgestemd en dat je geen overproductie meer hebt.

Kijk het onderstaande filmpje voor een uitgebreide animatie over het vraag en aanbod systeem.

https://www.youtube.com/embed/bJQwck31uWg

De pagina’s clustervoeden en regeldagen geven meer uitleg over het vraag en aanbod systeem op specifieke momenten tijdens de borstvoeding.